De plaatjes over de Zwarte Dood zijn niet zo prettig om te bekijken. Ze laten allemaal zien, hoe iedereen bang was van een ziekte, die ook iedereen kon krijgen: arm of rijk, groot of klein, het maakte niet uit wie of wat je was.

In de periode van 1346 tot 1351 gingen er tussen de 75 en 100 miljoen mensen dood.

De ziekte werd verspreid door vlooien, die op ratten meereisden van stad naar stad. Die vlooien sprongen over naar mensen en brachten een bacterie over.

In die tijd wisten de mensen niet hoe het kwam. Ze bedachten allerlei redenen: dat God boos was, dat iemand kwaad had gekeken naar iemand anders; ze begrepen er niets van.

Als iemand in het gezin ziek werd, dan vluchtten veel familieleden. Andere mensen bleven juist bij hun gezin en werden dan zelf ook ziek.

Een aantal mensen werden ziek, maar werden ook weer beter.
Ze kregen de ziekte dan niet meer, ze waren immuun geworden.

Terug naar tijdlijn
In dit filmpje wordt de zwarte dood uitgelegd.